Heel lang geleden – toen ik voor mijn piemeltje nog geen ander gebruik kende dan plassen – kreeg ik op een goeie avond het raadselachtige advies om met beide handen boven de dekens te slapen. Mijn kinderverstand vermoedde dat de nachtelijke bedreiging iets te maken moest hebben met God. Het kwaad kende ik alleen uit de Bijbel. Inmiddels weet iedereen dat ontspoorde geestelijken graag lesgeven in zelfbevlekking.
In mijn slaapkamer kwam geen Dracula-priester op bezoek en niemand vertelde mij over het verspilde zaad van Onan. Als verbeterde aap, met armen die precies lang genoeg zijn, heb ik mijn favoriete speelgoed zelf ontdekt.
Vroeg of laat slaat elk kind de hand aan zichzelf. Het is volksport nummer één, niets om je voor te schamen. Elke celibatair mag stoom afblazen, niet alleen de religieuze soort. Niemand denkt nog dat je er blind van kunt worden – tenzij je het overdrijft.
Wie had kunnen vermoeden dat een wereld met ongelimiteerde soloseks – zonder schuldgevoelens – een illusie zou blijken te zijn. We zien het droombeeld langzaam wegkwijnen, een sluipmoordenaar zuigt er het merg en bloed uit. De boosdoener heet internet. Zelfbevrediging is onderhevig aan inflatie: de voldoening daalt.
In Digibron, de digitale schatkamer voor christenen (sic), is het verhaal te lezen van Jarco, verslaafd aan internetporno: ‘Ik had steeds meer seksuele prikkels nodig om een fijn gevoel te krijgen. Na seksuele uitspattingen voelde ik mij steeds leger en schuldiger. Ik moet leren hoe ik op een gezonde manier kan verlangen naar mijn vriendin.’
Het is geen exclusief probleem van gelovigen. Een hele generatie groeit op met harde porno.
De bloemetjes en bijtjes zijn voorgoed vervangen door beeldvullend vlees en mechanische bewegingen. Nog een paar nachtjes slapen en in Metaverse, het 3D-internet, kan de mens een digitaal lichaam virtueel betasten.
Vaders op leeftijd – als puber in de weer met een plakkerige Candy of Chick – vestigen hun hoop op een digitale kuisheidsgordel. Ze hebben geen benul hoe zo’n kinderslot werkt. Een kleuter kan het omzeilen…
Moeders van alle leeftijden koesteren de illusie dat hun engeltjes er niet aan meedoen. Het is meer iets voor vuilakken, zoals de kinderen van de buren.
De techniek is niet te stoppen, maar valt het tij nog te keren?
Laten we eens terugkijken in de geschiedenis. Ik begin bij het oudste beroep ter wereld. Tegen betaling doet iemand vakkundig alsof. Niet zelden wordt de rekening voldaan met een brede glimlach. Klaarblijkelijk kan bevredigende seks goed bestaan zonder dat er liefde in het spel is.
Is seks leuker als je met twee (of meer) bent? Zeker niet in alle gevallen. Wie eerlijk in de spiegel durft te kijken, herkent zich in het aforisme L’amour est un égoïsme à deux (Madame de Staël, 1766-1817).
In principe zou er dus geen belemmering moeten zijn om het in je eentje leuk te hebben.
Markies de Sade zorgt in de achttiende eeuw voor een verruiming van de geesten. Hij zet ons op het goede spoor. Het opleuken van de werkelijkheid kan de seksuele ervaring verhevigen. Dominant of onderdanig? Ontkurk je verbeelding en geniet van een rijker seksleven.
In verwaterde vorm kent iedereen dit verschijnsel. De massamedia gaven de mensheid een doe-het-zelf verbeelding: ‘romantiek’ (niet te verwarren met de culturele stroming). Gedempt licht. Zachte muziek. Bloemblaadjes op de lakens. Geurende olie. Uitdagende lingerie voor man en vrouw.
Menig koppel helpt de stroeve relatie definitief naar de haaien met een zenuwslopend voorspel. Onder al het streven ligt een rotsvaste waarheid: erotiek is meer dan seks.
Ik wil niet beweren dat masturberen beter gaat bij kaarslicht. Spannend is wat er zich afspeelt in je hoofd. Welke verborgen verlangens gooien olie op het vuur? Wat gaat er schuil in de schaduw?
Een waarschuwing is op zijn plaats. Als je met een zaklamp afdaalt in de krochten van je fantasie kun je voor verrassingen komen te staan.
Salvador Dali zei dat hij Hitler opwindend vond: ‘In mijn dromen is Hitler vaak een vrouw’. Absurd en ook weer niet. Waarschijnlijk was het niet alleen provocatie. Gewone mensen kijken niet zo lang in de beerput van hun onderbewustzijn. Dali maakte kunst van zijn verbeelding, zowel publiekelijk als bij de open haard.
In 1929 schilderde Dali The Great Masturbator. Hij maakte er nooit een geheim van dat hij een grootmeester was, en dat gold ook voor het hanteren van de eigen kwast.
In huiselijke kring organiseerde zijn echtgenote (en bondgenote) Gala zogenaamde Poses Plastiques. Deze kunstvorm met gymnastische houdingen in vleeskleurige maillots, ontstond rond 1900. Het was de licht erotische uitloper van het tableau vivant. Zo’n levend schilderij diende ter educatie, het was statisch en geluidloos. In huize Dali ging men een stapje verder, het doel was visuele stimulatie.
Mijn punt is dat er een schouwspel werd opgevoerd. Er viel wat te kijken. Mensen hadden kleren aan. Het bloot was bedekt, of je zag alleen een glimp. Cleopatra in bad, omringd door slaven van beiderlei kunne. Een gouden hoofdtooi met een wulpse slang. Een lome opgezette zwarte panter. Om in de sfeer te komen. Ik sluit niet uit dat de poses voor de rollende ogen van Dali, destijds ook al gepaard gingen met gehijg en spetters.
Achteraf lijkt het een onschuldige tussenstop op de snelweg naar de expliciete High Definition actiebeelden, met dito geluid. Kinderen groeien op met apparaten die slimmer zijn dan het individu. Stiekeme algoritmes verzamelen het materiaal voor hun virtuele partner. Op maat gesneden en levensecht. We hoeven er niets voor te doen, alleen online blijven.
Het monster van de techniek heeft de fantasie in een wurggreep. Bij gebrek aan zuurstof verstikken de dromen. Stilletjes wordt de betovering van theater en circus ijler en ijler.
Toegewijde voyeurs als Markies de Sade en Dali leren ons dat we de verbeelding in leven moeten zien te houden met dubbele bodems, spiegeltrucs en rookgordijnen. De zang van de sirenen is spannender dan hun naakte lijf. Het spel is belangrijker dan de knikkers.
Knikkers, dat zijn die glazen bolletjes waar kinderen op straat mee speelden. Heel lang geleden.